Nieuw diploma
In 2000 heeft de Stichting ETI op verzoek van opleiders een nieuw examen rond ICT-vaardigheden gedefinieerd. Die vraag werd voor een belangrijk deel ingegeven door de ervaring dat voor een aantal doelgroepen de eisen van het bekende computerrijbewijs te hoog gegrepen zijn. Na uitputtend overleg met groepen van opleiders heeft dit geresulteerd in een opzet van 5 modules. Hiervoor zijn ETI-examens ontwikkeld. Indien men voor alle 5 modules is geslaagd, krijgt men het Basisdiploma Computervaardigheden. Speciaal voor dit diploma is door ervaren docenten een nieuwe serie boeken geschreven. De serie Basisdiploma Computervaardigheden richt zich op een minimale vaardigheid en kenmerkt zich door:

 

 

 

Jong geleerd, is oud gedaan...

Naar boven
  • zeer eenvoudig taalgebruik (niveau 2);
  • veel illustraties;
  • zeer veel (korte) opdrachten;
  • zo min mogelijk 'leeswerk';
  • voortgangscontrolepunten (zie ook Didactiek);
  • opnemen van relevante Internetadressen.
 

De onderdelen
De minimale vaardigheid bestaat uit een vijftal elementen:

  1. Computer als apparaat. Het gaat daarbij om de betekenis van de computer en de verschillende computers die men kan onderscheiden. We zijn van de gedachte uitgegaan, dat de leerling/cursist straks alleen (dus zonder ondersteuning) met een computer moet kunnen werken. Tevens moet de leerling/cursist weten hoe de meest bekende apparaten aan de computer aangesloten kunnen worden.
  2. Windows. Hierbij gaat het om de meest voorkomende onderdelen van het besturingsststeem Windows, zoals het Configuratiescherm en Windows Verkenner. Het kunnen maken en begrijpen van een mappenstructuus is essentieel voor het werken met toepassingsprogramma's.
  3. Tekstverwerken. Voor dit onderdeel wordt het programma Word gebruikt. De dagelijkse praktijk is maatgevend geweest bij de keuze van de onderwerpen. Leerlingen/cursisten moeten de meeste teksten zelf typen, maar kunnen desgewenst ook worden gedownload (achter het wachtwoord).
  4. Rekenblad. Hiervoor wordt het programma Excel gebruikt. Uiteraard gaat het om zeer eenvoudige toepassingen. Kenmerkend voor dit boek is dat leerlingen/cursisten de formules zelf moeten intypen.
  5. Internet en e-mail. De beginselen van Internet, het opzoeken van informatie, werken met e-mail (Outlook Express) alsmede een introductie in de maatschappelijke effecten van Internet.

In het voorjaar van 2003 is er een zesde module verschenen: PowerPoint. Dit naar aanleiding van vragen vanuit het onderwijsveld.

Doelgroepen
We richten ons in eerste instantie op de volgende doelgroepen:

  • VMBO;
  • eerste leerjaren middelbaar onderwijs (start ICT-onderwijs, HAVO/VWO).

Ook denken we aan opleidingen voor beginnend beroefsoefenaar van het bve en ook het cursorisch onderwijs. Daarnaast denken we aan E-centra, digitale trapvelden en soortgelijke initiatieven. En dan gaat het allereerst om de typische ICT-vakken zoals Windows, tekstverwerken en het werken met spreadsheets. Het omgaan met Internet en e-mail ontbreekt natuurlijk niet.

 

Naar boven

Internet als vernieuwend onderwijskundig gegeven
In al onze boeken speelt Internet een grote rol. Immers, Internet is niet meer weg te denken uit onze samenleving. In elk boek zijn legio Internetadressen te vinden. Een leerling/cursist kan zodoende meer te weten komen over een bepaald onderwerp dat in het boek wordt behandeld. In totaal zijn er in onze boeken ruim 400 Internetadressen opgenomen!

Docenten
Docenten kunnen via het wachtwoord beschikken over:

  • docentenhandleidingen;
  • uitwerkingen van de opgaven;
  • een database om de presentie en voortgang van de leerling/cursist bij te houden.
Naar boven